Clara was van meet af aan gevoelig voor het “onzichtbare”.
In haar geval gaat het niet om iets zweverigs.
Integendeel, het gaat om een vorm van onzichtbaarheid die heel concreet is. In het stadslandschap betreft het bijvoorbeeld de oude bebouwing. Ieder weet dat zich tegen dat decor vele levens hebben ontrold.
Een tijdlang heeft zij bijna obsessief de stenen van de muren, die de wanden van de 19de eeuwse Amsterdamse straten vormen, getekend. Het gedicht “omdat ik weten wou waar Sally zat” van Gerard den Brabander geeft precies weer waar het haar om gaat. De zoektocht naar de laatste, zichtbare en onzichtbare, sporen van een voorbij leven. (P.B.)