Elise, Elly van Biema (1901-1945) woonde in de Lohmanstraat 36 in Amsterdam met haar vier kinderen, waaronder Clara. Zij leefde gescheiden van haar man de kunstenaar Germ de Jong. Vanaf 1935 nam zij Duitse vluchtelingen op in huis en liet ze onderduiken tijdens de bezetting. Zij werd gearresteerd begin 1944.
Aanvankelijk was ze geïnterneerd in de gevangenis aan de Amstelveense weg, zichtbaar aan het einde van de Lohmanstraat. Haar kinderen brachten pakjes en schone was. April 1944 werd zij gedeporteerd naar Westerbork, waar ze in de strafbarak verbleef als politiek gevangene.
September 1944 wordt zij op transport gesteld naar Auschwitz; het is een van de laatste treinen. Zij wordt vermoord op 27 januari 1945, de dag dat Auschwitz wordt bevrijd.